top of page

Een HSK verdient meer dan zijn of haar label



Onlangs kreeg ik een reactie op een Facebook bericht: daarin ging het over de 'overlap tussen hoogsensitiviteit en autisme en AD(h)D'. Ik noemde deze aanname een gevaar voor de ontwikkeling van kinderen. Hoezo gevaar? was de reactie. De activiteit in de hersenen was volgens dezelfde reactie immers ongeveer gelijk in deze gevallen. Over dat laatste - over de hersenen van kinderen - gaat deze blog niet. Wel over de kracht van labels.


Ik moest denken aan mijn werk in het verre verleden, de 'oude' psychiatrie was mijn eerste werkveld, en ik verliet het ziekenhuis waar ik mijn opleiding afrondde zodra het kon. Reden? De diagnoses. Een systeem dat verlammend werkte volgens mij en ook om het feit dat men psychiatrische ziektes toch vooral beschouwde als hersenziekten. Een ziekte vraagt om te worden genezen. Zodra iemand werd opgenomen kon je er in bijna alle gevallen op rekenen dat hij of zij het geloof en het vertrouwen in zichzelf verloor, alleen de clienten die binnen drie maanden weer huiswaarts keerden bleven min of meer zichzelf. We spraken daar openlijk over als collega's. Deze blog gaat daarom over de kracht van labels.


Wanneer jonge kinderen horen dat ze ADHD hebben, beelddenker zijn, autist of hoogsensitief, is dat voor hen de werkelijkheid. Het raakt ingebed in hun persoonlijkheid. Ze krijgen daardoor te weinig kans om hun eigen persoonlijkheid te ontwikkelen op hun eigen wijze, in hun eigen tempo. Je persoonlijkheid is immers een som van je karakter en temperament en je ervaringen en wat je omgeving je meegeeft (Nature/Nurture).

Het kan dus volstaan dat de omgeving weet dat een dergelijke diagnose kan spelen. Daardoor kunnen ze zich juist afstemmen op het kind. Men weet wat men kan verwachten en waar men rekening mee kan houden.


De omgeving labelt de kinderen. Altijd. Elaine Aron zei het al: ze worden verlegen genoemd of druk, creatief of slim. Allemaal labels. In hetzelfde interview waarin ze dit zei, gaf ze aan dat het goed zou zijn als we de kinderen niet vertellen: Je bent hoogsensitief. Net zoals je beter niet kunt zeggen: Je bent zo slim. Liever niet zelfs. Het kan een negatief effect hebben op de ontwikkeling van een kind. Het gaat er vooral om dat de omgeving het weet en dat het label hoogsensitief vooral betekent dat je weet dat het kind tegenover je informatie diepgaand verwerkt.


Denk dus eerst na voor je in je coaching een kind een label aanreikt. Zeg nooit: je bent een beelddenker. Zeg: je leert misschien anders dan veel andere kinderen. Jij wilt graag eerst het groter geheel en dan pas de details horen. Of: jij reageert mogelijk veel gevoeliger op gebeurtenissen dan andere kinderen. Ik kan je helpen om daar handiger mee om te gaan, zodat je niet steeds hoeft te huilen of zo vaak schrikt.


Nu is er nog iets aan de hand: wij mensen reiken altijd naar meer, hoger, verder en nog meer. Als we iets weten, willen we nog meer weten. Dus gaan we op zoek naar meer informatie en voor je het weet is een label als hoogsensitief een log label geworden of een label dat ons meer last dan plezier geeft. Zo is de kans dat we menen dat deze groep kinderen een stoornis in de prikkelverwerking heeft (Sensory Processing Disorder) toegenomen, alleen al omdat we trainingen volgen en vervolgens in ieder kind tegenover ons wel iets kunnen herkennen van wat we leerden. Dit heet het NOCEBO effect.

Ook hiervan moeten we ons bewust zijn. Een Nocebo effect is dat we ons gaan gedragen naar een diagnose.

Wil je meer weten over het laatste effect: https://nl.wikipedia.org/wiki/Nocebo-effect.

Wil je het interview bekijken waar ik het over heb in deze blog? Het dateert van 2015, maar is een prachtig interview vol goede informatie!


Veel goeds!




49 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page